Het (Oude) Loo komt voor het eerst voor in 1439, als bezitting van Udo Talholt. Udo Talholt, raad van de hertog van Gelre, was naast een belangrijk man ook een rijk man, hij leende een grote som geld aan de hertog. Mogelijk was hij de bouwer van het slot, waarvan de oudste delen uit de 15e eeuw dateren.
In de 16e eeuw behoorde het goed aan de Bentincks, die het kasteeltje omstreeks 1540 hebben vergroot. Enige tijd was het in handen van de Isendoorns à Blois, de familie, die men in die tijd ook op het nabijgelegen Kasteel De Cannenburgh aantreft. In de 15e eeuw zal het huis van zeer geringe omvang geweest zijn; een rechthoekig gebouw - de tegenwoordige voorvleugel - met twee ronde hoektorens. Tegen het midden van de 16e eeuw bouwde men aan de achterzijde de twee vleugels, een binnenplaats omsluitend; alleen de achterhoektoren behoort tot de eerste bouwperiode. Een muur sloot de binnenplaats aan de vierde zijde af. Het kasteel is geheel opgetrokken uit baksteen met hier en daar spaarzaam gebruik van natuursteen.
In de 18e eeuw brak er een tijd aan waarin opvolgingskwesties ervoor zorgden dat het slot vaak van eigenaar veranderde. Sommigen zoals Prins Willem V waardeerden Het Loo niet, maar om patriottische redenen werd er nog wel een grote menagerie gebouwd. In 1795 vertrok Willem V naar Engeland. De Fransen kwamen en namen de bezittingen van het Oranjehuis in beslag. In Paleis Het Loo en Het Oude Loo werden 3000 Franse soldaten ondergebracht.
De troon van de Bataafse Republiek werd in 1806 door Napoleon toegewezen aan zijn broer Lodewijk. 's Zomers nam de koning zijn intrek op Het Loo, één van de eerste dingen die hij hier deed was het dempen van de gracht rond het Oude Loo. Als kind was hem namelijk voorspeld dat hij zou omkomen door verdrinking en hij deed alles om de kans hierop te verkleinen.
Koningin Wilhelmina gaf de bekende bouwmeester Pierre Cuypers in 1904 opdracht tot een algehele restauratie. Een belangrijke eerste opdracht was het in ere herstellen van de oude gracht, maar Cuypers ging veel verder. Hij ging erg vrij met de historische gegevens om en was niet bang om ‘in de geest van’ het oorspronkelijke ontwerp te werken en veel aanpassingen te doen. Aangebrachte wijzigingen; opgehoogde zuidwesttoren en het dwarsgeplaatste dak op deze toren. Een andere toren, tegen de zuidvleugel gebouwd, was bedoeld als vluchtweg. Oorspronkelijk stond er op deze plaats geen toren. De restauratie werd na de dood van Cuypers in 1921 voltooid door zijn zoon Jos Cuypers die al sinds 1900 op het bureau van zijn vader werkte. Het Oude Loo werd na de restauratie nauwelijks gebruikt en verval liet niet lang op zich wachten. Al in 1948 vertrouwde men de dakconstructie niet meer en werden speciale voorzieningen getroffen.
In 1968 begon C.W. Royaards aan een hernieuwde restauratie van het Oude Loo, hierbij werd veel van het werk van Cuypers weer tenietgedaan. Onder meer de torenaanbouw werd vervangen door een rankere houten variant en de zuidwesttoren werd weer in zijn oorspronkelijke vorm teruggebracht. Na de dood van Royaards in 1970 voltooide ir. J.B. baron van Asbeck de restauratie in 1976, grotendeels volgens de bestaande plannen van Royaards; hij restaureerde ook het Paleis Het Loo, maakte het geschikt voor gebruik als museum en bracht een evocatie van de historische tuinaanleg tot stand. Deel op Facebook > Kasteel Het Oude Loo op de kaart >
Stadhouder Willem III, achterkleinzoon van Willem van Oranje, kocht in 1684 het middeleeuwse kasteel Het Oude Loo aan, om ernaast een nieuw jachtverblijf op te trekken. Het terrein leent zich bijzonder goed voor een tuinaanleg met waterwerk...
Op de plaats van de Grote Kerk werd in 1842 een zogenaamde Waterstaatskerk gebouwd. Deze werd in 1890 door een brand compleet verwoest. Twee jaar later werd door de firma Chris Wegerif op de fundamenten een nieuwe kerk gebouwd naar ontwerp ...
Julianatoren dankt zijn naam aan de uit 1910 stammende toren die bij het pretpark staat, destijds genaamd de Prinses Juliana Toren, genoemd naar de in 1909 geboren prinses Juliana.
De bouw van de toren kwam gereed in 1910. Als tweede att...
Het Oranjepark (1876), Wilhelminapark (1890) en Verzetstrijderspark (1925) zijn ingericht naar voorbeeld van de destijds populaire late Engelse landschapsstijl met langgerekte gebogen vijvers, bruggetjes, slingerende paden en grasvelden. De...
Het Oranjepark (1876), Wilhelminapark (1890) en Verzetstrijderspark (1925) zijn ingericht naar voorbeeld van de destijds populaire late Engelse landschapsstijl met langgerekte gebogen vijvers, bruggetjes, slingerende paden en grasvelden. De...
Het park toont de voor dit gebied karakteristieke planten en dieren zoals wilde zwijnen en edelherten. Naarmate men dieper in Berg en Bos doordringt, verandert het karakter geleidelijk van een zorgvuldig aangelegd park in een ongerept, maar...