Het Bunkermuseum Den Haag is gevestigd in een ondergrondse bunker die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers werd gebouwd.
De Atlantikwall was een 2685 km lange verdedigingslinie die door nazi-Duitsland werd aangelegd in bezet gebied ter voorkoming van een geallieerde invasie. Daarbij werden duizenden bunkers, geschutstellingen en versperringen aangelegd, in eerste instantie nabij havens en zeemonden. Vervolgens werden ook andere belangrijke locaties en tussenliggende delen van versterkingen voorzien. Formeel begon de aanleg in december 1941, maar het meeste werk is verricht vanaf herfst 1942. Na de geallieerde invasie in Normandië kwam het werk goeddeels stil te liggen. Hoewel de naam een ononderbroken muur suggereert, moet men eerder denken aan een lange serie forten en versterkte punten, waarbij tussenliggende kuststroken minder, of helemaal niet werden versterkt. Commando- en communicatiebunkers, alsmede andere ondersteunende bouwwerken werden iets landinwaarts opgetrokken. In de agglomeratie Den Haag zijn niet alleen resten van de kustverdediging bewaard gebleven, maar ook de ondersteunende faciliteiten zijn deels nog in de stad aanwezig.
Scheveningen beschikte niet over een belangrijke haven, maar het Duitse civiel bestuur in Nederland met het hoofdkwartier van de Rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart, op [Landgoed Clingendael|Clingendael]], lag niet ver landinwaarts. Daarom was zij kwetsbaar voor verrassingsaanvallen en werd de verdedigingslinie in Scheveningen een van de zwaarder uitgevoerde delen ervan. Het aanleggen van zo'n linie in stedelijk gebied had voor het dagelijks leven een sterk ontwrichtend effect. Alleen al in Scheveningen en Den Haag werden hiervoor 30.000 mensen uit hun woning verdreven.[1] Na de oorlog is veel afgebroken, maar sommige bunkers of delen daarvan dienen thans als fundament voor huisvesting (bunkerwoningen) en andere gebouwen. Andere oorlogsbouwwerken lagen er decennialang verlaten bij en werden afgedekt of volgestort, om ongelukken te voorkomen. Groepen enthousiaste burgers hebben soms bunkers uitgegraven of zich anderszins toegang verschaft. Uit deze 'bunkerploegen' of uit andere samenwerkingsverbanden ontstonden soms initiatieven tot behoud of zelfs openstelling van bouwwerken. Het Bunker Museum Den Haag wordt gerund door vrijwilligers en krijgt geen subsidie. In de eerste vijf jaar na de openstelling in mei 2009 mocht het museum zo'n 90.000 bezoekers verwelkomen. Website Bunkermuseum Den Haag > Deel op Facebook > Bunkermuseum Den Haag op de kaart >
De boulevard van Scheveningen was een van de ‘zwakke schakels’ langs de Nederlandse kust. De waterkering voldeed niet meer aan de veiligheidsnormen. De zwakste plekken in Scheveningen lagen ter hoogte van de Keizerstraat, de Schuitenweg en ...
In de 16e eeuw beschikte Scheveningen over een vierkante vuurbaak. De kerk inde geld van de schepen die van de vuurbaak gebruik maakten. Rond 1850 werd het bouwwerk verhoogd om de zichtbaarheid te vergroten. De nieuwe vuurbaak bevatte een k...
De Gedenknaald in Scheveningen is een monument dat herinnert aan het vertrek van prins Willem V in 1795 en de aankomst te Scheveningen van Willem I Frederik op 30 november 1813.
Het initiatief tot het oprichten van een monument werd in 1...
De Oude Kerk staat in de Keizerstraat, ooit één van de drukste winkelstraten van Scheveningen. De kerk is het oudste monument van het voormalige vissersdorp.
Sinds het midden van de 14de eeuw had Scheveningen een eigen kerkje, maar voor ...
De Bosjes van Poot zijn vernoemd naar de jachtopziener Willem Poot (1857-1932), die in dienst was van groothertogin Elisabeth van Saksen-Weimar, een kleindochter van koning Willem II, die in het tot[1] de twintigste eeuw de scepter zwaaide ...
Muzee Scheveningen ontstond in 2006 na het samengaan van Museum Scheveningen en het Zeemuseum. Hierdoor zijn er schilderijen en tekeningen te zien vooral rondom de visserij en wordt de geschiedenis van het vissersdorp en de badplaats getoon...