Komodo National Park omhelst maar liefst 603 km² en 29 eilanden van de Indonesische archipel. De grootste eilanden zijn Komodo, Pardar en Rincah. Het nationaal park werd opgericht in 1980 met het oog op het behoud van de komodovaraan. Met de loop der jaren werd de taak van het park uitgebreid tot het behoud van de volledige biodiversiteit, zowel boven als onder water. Het park werd dan ook in 1986 deel van het UNESCO werelderfgoed. De meer dan 5.000 reuzenhagedissen die de eilanden herbergen worden door de lokale bevolking ora genoemd. Bezoek Komodo best vanaf april tot oktober. Daarbuiten kan de overtocht naar het eiland gevaarlijk zijn door de veelvuldige stormen.

De naam van het eiland Lombok, is afkomstig van het gelijknamige Javaans woord en betekent Spaanse Peper. Het 4725 km² grote eiland is in vele opzichten het kleine broertje van Bali. Het toerisme is er ondertussen ook in expansie, echter in minder grote mate. De tot de verbeelding sprekende parelwitte stranden brengen gegarandeerd elke bezoeker van het eiland tot rust. Voor de grotere avonturiers zijn trekkings naar de actieve Rinjanivulkaan dan weer een lust. Ook cultuur kan je hier opsnuiven, we denken hierbij sponaan aan het Taman Mayura waterpaleis. Het eiland wordt langs alle kanten omgeven door kleine eilandjes (gili's genoemd). De meest bekende (Gili Air, Gili Trawangan en Gili Meno) situeren zich ten noordwesten van het eiland, vlakbij Bali.