De stad Caen, hoofdstad van het departement Calvados, heeft het tijdens de Tweede Wereldoorlog hard te verduren gehad. Bijna alles werd vernield. Jammer, want de geschiedenis van Caen gaat terug tot Willem De Veroveraar, die de stad uitkoos om er met zijn vrouw Mathilde te wonen. Hij liet een immens kasteel bouwen dat gelukkig overeind is gebleven, samen met twee abdijen. Voorts zijn er ook nog enkele kerken te bewonderen.

De stad Rouen aan de Seine bestaat al van in de Keltische en de Romeinse tijd. Rotomagus heette Rouen toen. De stad heeft heel wat te vertellen. Heel belangrijk is dat Rouen tijdens de Honderdjarige Oorlog in bezit werd genomen door de Engelsen en dat in 1431 Jeanne d’Arc er op de brandstapel belandde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg de stad het hard te verduren, toch bleven veel prachtige gebouwen en oude wijken gespaard, waardoor Rouen zelfs de bijnaam ‘museumstad’ kreeg. Rouen heeft nog een andere bijnaam: ‘de stad van duizend klokken’. Dat komt omdat er zoveel kerken staan. Vandaag is Rouen een bruisende universiteitsstad waar een dagje vertoeven zeker de moeite waard is.

Op 6 juni 1944, in de vroege ochtend, landden de geallieerde troepen op de kusten van Normandië met de bedoeling West-Europa te bevrijden uit handen van de Duitsers. De landing had als codenaam ‘Operation Overlord’ en was al maanden voorbereid. Bijna op alle stranden streken de manschappen neer, hetzij vanuit de zee met duikboten, hetzij vanuit de lucht met parachutes. De stranden hadden codenamen meegekregen. Op Utah en Omaha Beach in het westen kwamen de Amerikaanse troepen aan. Op Gold, Juno en Sword Beach in het oosten strandden Britse en Canadese troepen. Deze codebenamingen zijn echter nooit meer verdwenen. Vandaag kan je de stranden bezoeken en één van de grootste en spannendste veldslagen in de Europese geschiedenis herbeleven.