De abdij werd rond 1182 gesticht door Gerard, graaf van Loon. Hij verkocht een deel van zijn domein aan een broeder uit Aulne, die er een klooster voor Cisterciënzerinnen stichtte. De verkoop was bedoeld om zijn deelname aan de kruistocht te financieren. Sommige geschiedschrijvers vermelden dat hij verplicht werd om de abdij te stichten door de prins-bisschop van Luik tot verzoening voor het verbranden van de collegiale kerk te Tongeren. Daarnaast gaf hij een aantal tienden als onderpand voor een lening. Omdat de graaf overleed bij het beleg van Akko, kon hij zijn lening niet terugbetalen en verwierf het klooster aanzienlijke rijkdommen. In 1217 werd de abdij opgenomen in de orde van Cîteaux. Zij was de eerste en werd de grootste en rijkste vrouwenabdij van die orde in de Nederlanden. De religieuzen rekenden zich tot "des nobles dames de l'ordre de Cîteaux du comté de Looz". (adellijke dames van de orde van Cîteaux van het graafschap Loon)
De graven van Loon waren enkele jaren voordien verhuisd van Borgloon naar Kuringen, op 2,5 km van de plaats waar de abdij werd opgericht. Zij waren verwikkeld geraakt in een strijd met enkele andere machtsblokken. Hun hoofdburcht in Borgloon werd in 1179 vernield en ze weken uit naar de burcht (het latere Prinsenhof) in Kuringen. Vanaf graaf Gerard I werden alle graven in de abdijkerk van Herkenrode begraven. Enkel de laatste graaf, Diederik van Heinsberg, werd hier niet begraven omdat de abdis zijn begraving weigerde nadat hij in de ban van de kerk was geslagen. Ze wist niet dat die ban al was opgeheven. Uiteindelijk vond de graaf in de nu verdwenen kerk van het Augustijnenklooster in Hasselt zijn laatste rustplaats. Na het overlijden van de laatste graaf ging Loon, na jaren van strijd en discussie, in 1366 over in handen van het Prinsbisdom Luik. Ook met de prins-bisschoppen had de abdij goede relaties in het bijzonder met Everhard van der Mark die regelmatig verbleef in het Prinsenhof in Kuringen ten tijde van abdis Mechtildis de Lechy. Hun wapenschilden prijken in het poortgebouw van de abdij dat dateert van 1531.
Onlusten, vooral in de 15e eeuw, zorgden voor een sterk verval. Vanaf omstreeks 1500 kende de abdij een heropbloei onder impuls van daadkrachtige abdissen zoals Anna Catharina de Lamboy en Barbara de Rivière d'Arschot. In de 18e eeuw plande men zelfs een totaal nieuwe abdij. Het nieuwe abdissenverblijf in classicistische stijl is daarvan gerealiseerd. Later werd er een weidse en nog steeds intacte Engelse tuin met uitheemse boomsoorten aangelegd.
In de abdij resideerden twee soorten zusters: koordames en conversen of werkzusters naast enkele mannelijke religieuzen, de pachter van de abdijhoeve, gasten, pelgrims en ambachtslui van allerlei slag.
De Fransen sloten de abdij in 1797. Na de verkoop aan Claes en Libotton takelden de gebouwen langzaam af. In 1826 verwoestte een brand grote delen van de kerk, die ingericht was als werkplaats met weefgetouwen. Eerder verving men de brandglasramen door klaar vensterglas. In 1844 werd tot de afbraak van de ontstane ruïnes overgegaan. Daardoor verloor Herkenrode ook het bovengronds mausoleum van de graven van Loon. De kerk, op de plaats van de eerste middeleeuwse kerk, dateerde uit het begin van de 16e eeuw. Zij was 64 meter lang en 10 meter breed. (20 meter langer en 2 meter smaller dan de Virga Jesse basiliek in Hasselt.)
De abdij had drie refugehuizen (vluchthuizen) die er nog zijn, weliswaar met een andere bestemming: in Hasselt in de Maastrichterstraat (1544) (zie Refugehuis van de Abdij van Herkenrode), in Maastricht in de Kommel (1574) en in Sint-Truiden in de Schepen Dejonghstraat (1624). Deel op Facebook > Abdij van Herkenrode op de kaart >
1.5 hectare pure natuur. Vele buxussoorten die onder de kunstvorm topiari in tientallen snoeivormen gegoten zijn.
Topiari = beeldhouwkunst bij groenblijvers
Het reservaat, dat uit visvijvers en de directe omgeving ervan bestaat, is 160 ha groot en werd in 1958 opgericht door de Vlaamse Gemeenschap als vogelreservaat. Het wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos. In dit gebied ligt e...
Het gebied is ruwweg gelegen ten zuiden van de E314, ten oosten van het Albertkanaal en ten westen van de spoorlijn van Hasselt naar Mol. Het ligt dus, zoals de naam al aangeeft, in het midden van de provincie Limburg en is het grootste vij...
Het Huis Van Straelen is een woonhuis in art-nouveaustijl in Hasselt, gelegen aan de Koningin Astridlaan 35. Het is genoemd naar de eerste eigenaar en bouwheer Clement Van Straelen (1875-1953). Het werd ontworpen door de Hasseltse architect...
Zwaar gepassioneerd of af en toe ontroerd door boeken? Dit is de plaats waar je heen moet.
Het Literair Museum verzamelt in principe alles wat literatuur is uit of over Belgisch Limburg. Het gaat hier om literaire werken van Limburgse a...