Het is bekend dat Postel in de 12de eeuw in handen was van ene Fastradus van Utwich, een heer uit land van Altena. Deze schonk rond 1134 een derde deel van zijn bezit in Postel aan de Abdij van Floreffe. Het kan zijn dat deze grond vroeger aan de abdij van Corbie behoorde en nadien onrechtmatig in bezit was genomen. Nog vóór 1145 schonk Fastradus een derde deel van zijn “predium” van Reusel aan dezelfde abdij. De norbertijnen, die naar Postel gestuurd werden moesten hier een kerk bouwen. Te noteren valt dat Postel in de buurt van een kruispunt van verkeerswegen lag, die van West naar Oost, van Breda naar Maastricht, en van Noord naar Zuid, van den Bosch naar Leuven, liepen en aan die plaats wel een bijzondere belangrijkheid konden geven. De opvang van de reizigers was een grote taak van de kleine gemeenschap naast de andere taken. In 1140 werd een eerste bidplaats geconsacreerd. Die bleek echter veel te klein en er werd overgegaan tot de bouw van een grotere, die in 1190 geconsacreerd is en nu nog steeds in gebruik is als de oudste nog in gebruik zijnde norbertijnenkerk. Ondertussen werden er ook veel schenkingen gedaan van gronden die voornamelijk in het huidige Nederland liggen. Ook tal van molens kwamen in het bezit van de stichting. De opbrengsten werden deels gebruikt voor de dagelijkse armenzorg (waarvoor Postel bekendstond) en deels gingen die naar de moederabdij Floreffe en de hertogen van Brabant. Reeds in de 14de eeuw kreeg Postel met oorlogsschattingen te maken ten gevolge van de Brabantse Successieoorlog. De Brabantse hertog Wenceslaus I van Luxemburg was daarbij samen met 270 Brabantse ridders gevangengenomen en de losgelden werden ook van Postel geëist. De nieuwe Gelderse Oorlogen van de 16de eeuw leiden andermaal tot brandschattingen. Daarbij werd Postel nog door de Geuzen geplunderd. Intussen begon de contrareformatie vorm te krijgen. De afhankelijkheid van Floreffe ging een probleem vormen. Floreffe oefende immers het patronaatsrecht uit in vele parochies en benoemde zo nogal eens Waalse pastoors, die de landstaal niet machtig waren. Gezien Postel toen nog geen abdij was en dus geen noviciaat er mocht op na houden (en dus ook geen verdere priesteropleiding), verlangde bisschap Ghisbertus Maes van ’s Hertogenbosch dat zulks er wel kwam. Dit leidde tot onderhandelingen met Floreffe, waarbij de landvoogden Albrecht van Oostenrijk en Isabella van Spanje een belangrijke rol speelden. Uiteindelijk bekwam de priorij zelfstandigheid, maar moest daarvoor een fiks bedrag betalen aan Floreffe. Zo werd Postel in 1613 een proosdij onder provisor Colibrant en bekwam in 1618 het statuut van zelfstandige abdij met Colibrant als eerste abt. Daarbij werd ook als voorwaarde gesteld dat de Postelse abdij haar gastvrijheid jegens de armen en de reizende gasten in niets mocht veranderen. Abt Colibrant had intussen de 1200 m lange ringmuur opgetrokken en de mooie Renaissance belforttoren (1610) opgetrokken. Ook heeft hij de kerk voorzien van een koorgestoelte en jammer genoeg ook van vele gotische elementen. In 1611 kwam er de bouw van de brouwerij. Website Norbertijnenabdij van Postel > Deel op Facebook > Norbertijnenabdij van Postel op de kaart >
Het is bekend dat Postel in de 12e eeuw in handen was van ene Fastradus van Utwich, een heer uit land van Altena. Deze schonk rond 1134 een derde deel van zijn bezit in Postel aan de Abdij van Floreffe. Het kan zijn dat deze grond vroeger a...
Iets meer weg van de drukte die het Zilvermeer kent op warme dagen. Perfect voor gezinnen die in rust hun kinderen willen laten plonsen zonder het overzicht te verliezen.
Iets mindere accomodaties dan de andere twee stranden.
De Steen der Zeven Heerlijkheden is een grenssteen uit 1648 die zich op de grens van de gemeenten Lommel, Mol, Dessel en Balen bevindt, een honderdtal meter ten noorden van de buurtschap Blauwe Kei. Ze werd al vermeld in 1331 als Paal van S...
De eerste transportverbinding voor de industrie waren waterwegen. Van grote betekenis was de aanleg in 1843 van het Kempisch Kanaal ofwel Kanaal Bocholt-Herentals (ook wel Maas-Schelde kanaal) dat Antwerpen verbindt met de Kempen en in Lana...
Het Zilvermeer is de bekendste toeristische trekpleister van Mol.
Al sinds 1959 komen elke zomer duizenden toeristen uit binnen- en buitenland van de zon genieten op het hagelwitte strand.
Dit prachtige divers natuurgebied is ontstaan door menselijke activiteiten in de jaren 20 van vorige eeuw. We wandelen door een zand- en duinlandschap omboord door naaldbossen (aangeplant om de uitdijing tegen te gaan). Goede wandelschoenen...